
“We zitten allemaal met een onvervuld verlangen”
Interview met Jan Dewitte
Tekst en foto's: Mark Anthierens
​
​​Jan Dewitte ontmoette ik voor het eerst in 2004. Een dokter had me doorverwezen omdat ik mij niet goed voelde in m’n vel. Zijn huis bevond zich in een bos in Keerbergen en terwijl ik naar de voordeur zocht, kwam opeens Gandalf achter een stuik tevoorschijn. Dat ene magische moment van toen voel ik nog steeds tot in mijn botten. Later heb ik bij Jan een opleiding sjamanisme gevolgd en vervolgens hebben we samen de Belgische School voor Sjamanisme opgericht. Die samenwerking werd een vriendschap waarbij ik talrijke magische momenten heb mogen beleven. Jan zal het waarschijnlijk minimaliseren, maar hij is wel degelijk een levende Gandalf, Merlijn, Catweazel, Panoramix, Rafiki, Dumbledore, Yoda, Santa Claus en ga zo maar door.
Omdat Jan dit jaar 80 wordt, schreef ik dit interview met hem voor Stammen Magazine. Zoals in elk magazine is de ruimte beperkt en moest ik ons gesprek sterk inkorten. Hierbij lees je het volledig relaas.
​
Je wordt dit jaar 80. Waar haal je de energie vandaag om zo actief te blijven? Want in mijn perceptie ben jij voortdurend met van alles tegelijk bezig.
​Dat weet ik niet. Die energie komt vanzelf. Je kan dat natuurlijk rationeel afleiden. Een avontuurlijk mooi leven met heel veel mogelijkheden en perspectieven. Die zaken geven energie. Het is een binnenzonnetje dat altijd aanwezig is. Ik heb gevolgd wat mij riep. Natuurlijk doen we ook toegevingen zoals een boterham verdienen, de verwarming betalen, tegen je zin in naar een feestje gaan, zo goed mogelijk voor de kinderen zorgen. Gemakkelijk is iets anders. Maar in alles wat op de weg kwam, kan je een specifiek spoortje ruiken.
Een ander voortbeeld: mijn ouders wensten heel graag dat ik kapper zou worden om het bloeiende kapsalon van mijn moeder in Kuurne verder te zetten. Dat vonden ze echt heel belangrijk want daardoor hebben ze zich kunnen opwerken. Ik ging heel graag mee als de dames zich volgens de laatste mode lieten coifferen in Lille. Dat was een toffe ambiance. Maar ‘niet voor den deze’. Naar de ontwikkelingslanden gaan, naar de missies, ja dat was het. Ik was toen vrij katholiek, ben ook lange tijd misdienaar geweest. Dat heeft mij sterk gevormd, alhoewel mijn families helemaal niet kerkelijk of Roomsgezind waren. Ze deden daaraan mee omdat het zo hoorde, maar niet uit overtuiging. Dat was dus al een shock. En mijn ouders wilden Jean-Pierre naar het technisch onderwijs sturen. ‘Nee, ik wil Latijns-Grieks’ doen. Koppig noemen sommigen dit, je wil doordrijven, een specifiek spoortje nalaten. Ze lieten dat dan wel toe en per slot van rekening ondersteunden ze het dan ook. Om maar te zeggen dat ik altijd min of meer heb gevolgd wat ik voelde en voor ogen had, terwijl dat soms op weerstand en tegenwerking stootte.
Je bent dus geboren met een sterke energiebron en met een vrij sterk gevoel van waar je naartoe wou van binnenuit. Geloof jij in de filosofie die dat verklaart door te zeggen dat je al veel levens hebt gehad en dus al vrij “geëvolueerd” bent?
​Ik weet dat niet en durf mij daar niet over uitspreken. Als we op het thema voorbije levens komen, zijn er stilaan enkele inzichten gegroeid. Zijn we vroeger zus of zo geweest? Zowel ja als nee. Gewoon biologisch, genetisch en genealogisch gezien zitten in het zaadje en het eitje waaruit we zijn ontstaan heel wat materiaal van Nederlanders, Spanjaarden, Kelten, Galliërs, Romeinen… noem maar op. In die zin zitten al die voorbije levens ook in ons. Bij een ‘past lives’ ceremonie komen we tot bij bepaalde cel- en zielsvermogens – wat voor mij hetzelfde is - die dat materiaal weer doen opflakkeren. Zijn wij dat? Ja! Zijn wij dat? Nee! We trillen samen met andere wezens op dezelfde frequentiegolven.
Naast het biologisch verleden is er ook het culturele verleden en dat wordt dikwijls vergeten. Al die mensen van vroeger hebben tot op celniveau of zielsniveau mutaties ondergaan van de cultuur en de context waarin ze leefden. Ook dat maakt deel uit van een past life. Als je tijdens een past life ceremonie in een vibratie komt die ook in de Romeinse tijd trilde, dan komt dat bij jou opnieuw tot leven. Wij kunnen ons dat moeilijk voorstellen, maar die energieën en frequenties zijn er en die circuleren permanent. En als ze elkaar vinden, dan zit je in een past life. Ben jij dat? Ja! Ben jij dat? Nee. Door samen met jou de opleiding sjamanisme te geven, zijn die inzichten ontstaan.
​
Waar ben je nu allemaal mee bezig?
​Euh … Nu ben ik bezig met het project “Un toit pour Alphonse”. Toen we in Senegal waren, is het dak van het huisje van Alphonse weggewaaid. Alphonse is de féticheur van Ehidj en hij kan nu niet meer slapen op het eilandje waar hij altijd verblijft. Geld inzamelen om dat dak te laten herstellen zodat hij zich daar weer kan terugtrekken. Hij is daar heel blij mee en dat geeft energie aan zovelen.
Ik begeleid mensen individueel, zowel in Ronse als in Wijgmaal. Soms in partner- of familieverband. Het karakter, de stuctuur en de dynamiek van de begeleidingen veranderen voortdurend. Elke persoon is uniek, niets of niemand is vergelijkbaar. Het delen van ervaringen en meerder perspectieven met elkaar, geeft levensenergie aan elkaar. De laatste jaren komen nogal wat jonge mensen, tussen 18 en de 30 jaar. Die kunnen heel alleen en solitair zijn en dat beroert. Er zijn jonge mensen die niet meer uit hun kamer komen. Ze zitten wat verlamd en verkrampt in het leven. Dat is pijnlijk en moeilijk, zowel voor henzelf als voor hun directe omgeving. Het venster van het internet verbindt hen met de wereld. Zonder dat middel waren ze uit het leven gestapt. Spijtig genoeg is de maatschappelijke houding tegenover hen nogal onbarmhartig.
Begin februari mocht ik nog een Vision Quest voor een echtpaar op l’île sacré begeleiden. Buitengewoon.
In augustus staat een stilteretraite gepland in le Moulin d’Auron (Auvergne, France).
Het dictaat van het resultaat
​
Met welke technieken begeleid je mensen?
​Eerst en vooral hebben nogal wat mensen quasi niemand waar ze veilig en oprecht hun hart kunnen luchten. Waar ze kunnen praten over wat hen beroert. Meestal wordt van hen gevraagd om te voldoen aan impliciete en expliciete verwachtingspatronen. Ons hart luchten, is uitademen van wat ons belast. Door onder meer alledaagse conversaties te voeren en uit te wisselen wat hen bezighoudt en boeit, komt doorgaans naar boven wat hen voortbeweegt of doet verkrampen en verlammen. Zo verschijnen onder andere angsten en dromen.
Wat is hun zingeving? Hun persoonlijke betekenisgeving? Wat zijn hun bronnen waarbij zij in meditatie vallen? Wat zijn de onvoorstelbare dingen waarmee zij contact hebben? Elke techniek vanuit de therapieën die ik al heb mogen meemaken, leidt eigenlijk naar meditatie, trance of iets dat niet vatbaar is in louter rationele zingeving. Wat de wereld daar ook van vindt, het is hun unieke manier op dat ene unieke moment. Dat leidt naar meditatie en zo ontluikt er verlichting. Verlichting die zowel fysiek ‘aards’ als ‘spiritueel’ is. Samen herontdekken we de ruimte die er is.
Daarnaast is het ook zo dat wij allemaal geïndoctrineerd zijn naar resultaat toe. Het moet helpen hé. ‘Ik heb hier zeer meneer, gij kunt dat genezen.’ Zo komen mensen soms binnen. De nood is zo groot dat zij hun leven in je handen leggen. Dat is uiterst moeilijk, want zelfs met onze voortreffelijke middelen, onze expertise en professionele ervaring, onze steun en hulp, zijn het onze unieke lichamen, mindsets en geesten die herstellen en genezen
We zitten in een ‘Zeitgeist’ van resultaat en we kunnen daar als het ware niet buiten. Alhoewel, zich daar bewust van zijn, zorgt voor een breuk. Gewoon beseffen: ‘Ah ja, het is zo’. Je hoeft het daarom nog niet te aanvaarden, maar je kan er wel mee leren omgaan. Aanvaarden is heel moeilijk omdat het hele systeem van de aarde en het sterrenstelsel continu in ontwikkeling is. Het is altijd in verandering. Je kan nooit de toestand van nu helemaal aanvaarden omdat die morgen totaal anders kan zijn. En dat is heel moeilijk, zeker voor ons Westerse mensen die de wereld hebben veroverd - en die tussen haakjes nu aan het verliezen zijn - en zoveel resultaten hebben gehad door doelgericht met strategieën en oplossingen te werken. Maar zijn we bereid om open te staan voor wat niet gelukt is? Bereid om te begrijpen en te delen? Zijn we bereid om op deze unieke planeet samen te zijn en te leven?
Onvervuld verlangen
​
Als je daar niet voor open staat, maak je alles kapot?
​Ja, destructie en zelfdestructie zitten in de mens en in alle vergankelijke vormen ingebakken. Alles is vergankelijk. Ook de aarde en het sterrenstelsel zijn vergankelijk. Het is ontstaan en het zal vergaan, keer op keer. Die beweging is intrinsiek.
Tegelijk zitten we allemaal voortdurend in een onvervuld verlangen, dat is heel existentieel. Je ziet dat in de kunst. De mooiste poëzie en liederen zijn geschreven over onvervulde verlangens. ‘Ne me quitte pas …’ Dat werkt heel goed bij ons. Dat drijft de donkere kant van onze zielsvermogens. De kracht van het ongebreideld kapitalisme en de meeste godsdiensten is dat het mensen doet geloven dat hun onvervuld verlangen zal vervuld worden. Je moet alleen dit en dat doen en kijk, jouw verlangen is vervuld. Maar als menselijk wezen blijven we in dat onvervulde zitten. Als we daarmee kunnen leren leven – ik zeg niet accepteren - dan krijgen we ademruimte. Tijdelijk en opnieuw en opnieuw.
​
Mensen proberen dat verlangen vaak vanuit een spiritueel concept of filosofie in te vullen.
Ja, je moet altijd op die manier gaan zitten en zoveel uur per dag bidden of mediteren, dan komt de vervulling. Dat biedt mogelijkheden, maar het is eenzijdig. Je mag fietsen, zwemmen, yoga doen, tantra volgen … Er zijn hele mooie dingen in religies, de vrijmetselarij, het tantrisch boeddhisme, in yoga, in sjamanisme, in de mystiek van Rumi. Maar het verlangen blijft onvervuld. Elke diepgaande transformatie die je meemaakt, vindt maar op een bepaald moment, op een bepaalde plaats en in een bepaalde toestand weer. Dat is vluchtig, je kan dat niet vasthouden. Als we het daarna gaan zoeken om ons verlangen in te vullen, dan zal dat niet noodzakelijk lukken. Het kan altijd wel en niet gebeuren, hier en nu, op een onverwacht of verwacht moment, een verwachte of onverwachte plaats. Dat is heel moeilijk hanteerbaar voor ons. En zeker spiritualiteit. We willen die vatten en in een vorm gieten met wetten en een handleiding. Maar er is helemaal geen recept. Kookboeken kunnen helpen om een heleboel gerechten klaar te maken. Maar het is in de actie en de intentie dat een gerecht smaak krijgt.
De pijn laten zijn
​
Maar hoe komt het dat de mens met die zelfdestructie geboren is?
Omdat die meegaat in de ontwikkeling en daar zit vergankelijkheid in. Dat is een kort antwoord. De mens zit in die beweging en sommige dieren en planten ook. We begrijpen niet waarom, maar sommige planten en dieren vergaan opeens zonder gekende aanleiding. Denk aan de walvissen of orka’s die zich zomaar op het strand gooien. Hoe komt dat? Wie in reïncarnatie gelooft, zal daar een kader voor vinden in de zin van: je vergaat op deze planeet maar je komt terug in een andere vorm. Maar ook in het heelal. Die beweging van mee te werken aan het eindigen van je eigen vormgeving, zit er diep in. Wij noemen dat zelfdestructie. Mensen die uit het leven willen stappen, is voor onze manier van denken een enorm taboe. Waarom? Hebben wij het niet lastig als er iets of iemand sterft, zeker als het voor ons dierbaar is? We willen dat niet. We willen geen afscheid nemen. Als we konden, bleven we voortbestaan, liefst in een jonge, krachtige, gezonde, aantrekkelijke vorm. Als zo’n vorm sterft, verliezen we dan niet alle hoop? En toch. Beter een taboe. Er niet aan denken. Doen alsof het niet bestaat, dat het niet mag bestaan. Nee, dat willen we niet. En toch.
​
Nu, dat is allemaal gemakkelijk gezegd. Maar als je erin zit en je houdt van die vorm, dan wil je niet dat die kapot gaat en dan is het heel moeilijk. Je doet een beweging en paf, je maakt iets kapot. Dan roep je automatisch: ‘Ooooooh’. Dat veroorzaakt niet alleen pijn maar ook lijden. Dat lijden kan tot pijn terugkomen als we de pijn pijn laten zijn. Dat is een heel moeilijke oefening. Zo van: ‘O, het is er wel’. Het sjamanisme en mindfulness geven daar een opening in door pijn als een gids te zien. Daarom hou ik ook van Rumi. Hij zegt: ‘Alles wat op je pad komt, welke emotie ook: ontmoet het, laat het toe.’ Die vorm van begeleiding om mensen te laten voelen wat er nu is, al is het maar een seconde van een seconde, zorgt ervoor dat pijn niet noodzakelijk tot lijden moet leiden. Als we distress op de pijn zetten, wordt het lijden. Distress vindt zijn oorsprong in terugkerende lichaamsgevoelontkoppelde gedachten en hun patronen. Als we de pijn herkennen en erkennen, voelen we wat er nu is. Terwijl we lijden als we bang zijn dat het morgen opnieuw zo zal zijn. ‘Oeioei, het zal wel kanker zijn. Of een slagadervernauwing …’ Wij zetten heel veel distress op wat we voelen. Het negatieve heeft succes, kijk maar naar de media. Terwijl er zoveel mooie dingen zijn zoals de zon die nu schijnt of de vogels die buiten fluiten. Wij zijn eigenlijk niet alleen geprogrammeerd maar ook geïndoctrineerd om naar het negatieve te kijken. En dat heeft succes in de media als winstgevende bedrijfsunit. En toch kunnen we het onszelf veilig maken door elke vorm van pijn en ongemak in hun volle aanwezigheid met liefdevolle vriendelijkheid te erkennen.
​
Dat is dus ook allemaal het gevolg van het feit dat de mens met zijn eigen drang tot zelfdestructie is geboren?
Ja, maar ook tot zelfconstructie. De verandering naar het betere zit er ook.
Maar wat vandaag beter is, is morgen slechter. Dat zien we nu ook in het voorbeeld van de leidinggevenden van deze wereld. Ze hanteren andere waarden en normen dan die van gisteren. Sommigen doen daar een beetje geheimzinnig over, anderen komen er expliciet voor uit. Hebzucht is nu bijvoorbeeld de norm: je moet eerst en vooral voor jezelf zorgen. Je moet het niet alleen allemaal hebben - een huis, een tuin, een auto - je moet er ook allemaal meer van hebben. Nu is die norm een evidentie. Dat is pijnlijk want je creëert een nieuwe vorm van aristocratie. Ze leven in de overtuiging die door een specfieke westerse ideologie wordt gecreëerd en in stand gehouden, dat zij het zelf hebben verdiend. Ze ‘vergeten’ hoe hun ‘zelf’ een tijdelijke constructie is, door een bepaalde maatschappij bevoorrecht. En, wie weet hoelang het rijk van deze bevoorrechten nog zal duren?
Ik wil dat niet ophemelen, maar op Ehidj (île sacré in Senegal, Casamance) bijvoorbeeld wordt er nog gedeeld. Je krijgt altijd wel iets te eten. Hun leuze is dan ook: ‘Nous sommes ensemble’. Dat kennen wij niet meer. Wij zijn sinds het ongereguleerde kapitalisme en het ik-tijdperk enkel gericht op het zelf. En dat is heel eenzaam. Eenzaamheid is dan ook de grote ziekte van deze tijd. Daardoor kunnen mensen ook niet meer echt alleen zijn. We zijn ook voortdurend afgeleid door alles en nog wat. We zijn geconditioneerd, die krachten zijn sterker dan onszelf. We hebben al een smartphone nodig om een treinticket te kunnen kopen. Je kan er niet meer uitstappen.
Gek, maar het geeft me energie om dat te zien en te proberen andersoortige creatieve wegen te vinden. Soms slinkse wegen, soms subversief of alleen met de grim- en glimlach. Doe ik daarom soms ongewone uniformloze kleren aan?
​
Door de dingen heen zien, geeft jou dat geen bevrijding? En ten gepaste tijde de dingen met je ogen toe in stilte voelen. Ervaring heeft geleerd dat als je tegen iets bent, je er ook voor bent. Ik ben zo dikwijls in het verzet en anti geweest, dat ik samen met de tegenbeweging in de agressie werd betrokken. Nu is er de vraag: ‘Hoe kunnen we met een vredevolle geest hier en nu aanwezig zijn?’ Mee gaan betogen is niet tegen maar voor iets. Dus niet tegen die die het klimaat kapot maken, maar voor een andere manier om voor deze aarde te zorgen. Dat is tegenwoordig een heel moeilijk discours: iets niet betuttelen maar verzorgen in dialoog met planten en dieren. Want we kennen de taal van dieren en planten niet. Je kan met hen wel in verbinding gaan en op onze manier met hen communiceren.
​
Behoor jij tot een stam?
​Ja en nee. We behoren altijd tot een groep. Nu zijn wij hier ook een stam, een tweekoppige stam. Op dit moment delen we samen iets. Op het Senegalese eiland Ehidj zeggen ze ‘Tous ensemble’ om aan te geven dat we allemaal samen in het leven staan. Dat is dus een stam en ik vind dat heel mooi. Tegelijk zijn stammen constructies die iets in stand moeten houden, die per sé iets moeten bewaren. Stammen zijn voor mij eerder stammen van bomen. Maar stammen zoals een volk, een land, dat zijn constructies. Er zijn geen landen. Er zijn alleen constructies om macht te creëren en macht te hebben over dingen. Die macht geeft een vals veiligheidsgevoel. Ergens wonen en ergens bij horen, wordt geconstrueerd en dat geeft een tof gevoel zoals op de wei in Werchter. Je zit in dezelfde sfeer, dezelfde beweging, dezelfde muziek. Krachtig. Een groep die samen mediteert, wow! De neiging is dat wij dat dan willen vasthouden, het bewaren. Daarom vind ik dat verhaal in het evangelie zo bijzonder als Jezus op de berg gaat met enkele uitverkoren apostelen. Hij gaat daar in trance en zijn volgelingen zien die transformatie. En wat zegt Petrus, als stichter van de kerk? ‘Oh, laten we hier tenten bouwen en zo blijven, blijven, blijven’. Dat is een drang, een constructie. Het is een valse vorm van veiligheid.
​
Een stam is er dus eigenlijk altijd, maar het gaat eerder om de verbinding die je hebt op elke moment met de mensen rond jou?
​Juist, ja,
​
De adem voelen
Wat is verbinding? Is dat in contact zijn?
​Verbinding is er altijd overal. Een fysiek voorbeeld: als wij ademen, is er een enorme wisselwerking met bomen, want die maken zuurstof. Gewoon nog maar via de adem. Zonder adem zijn we er niet. Die verbinding is er dus altijd, gewoon omdat we ademen. En dat is nog maar op het fysieke ademniveau. Ik ervaar dat alles in verbinding is, maar we voelen dat niet altijd, we zijn ons daar niet altijd van bewust en hebben daar niet altijd contact mee. Contact is zoals een contacgeboortdoos waar je de stekker in het stopcontact steekt om de elektriciteit door te laten. Eigenlijk is de verbinding er al lang zonder dat we contact maken, maar het contact maakt dat we de verbinding kunnen ervaren. De verbinding is er altijd maar wij hebben vormen nodig om die te ervaren. Het woord connectie betekent ‘samen iets laten zijn dat er al is’.
Wat raad je mensen aan die het moeilijk hebben om die connectie aan te gaan, om dat te voelen en te ervaren?
​Daar bestaan veel mooie methoden voor. Eerst en vooral je adem voelen. Gewoon voelen dat er lucht is, die toelaten en ervaren wat die met jou doet. Dat is eigenlijk de contactdoos om het contact toe te laten. De adem voelen, hoe die ook is, diep of niet diep. Dat is het eerste. Het tweede is het gevoel er gewoon laten zijn zonder dat direct te willen vastpakken en in je mind te steken. In de betekenisloosheid van het gevoel staan. Gewoon laten zijn wat er is zonder dat je er iets mee moet doen of bereiken.
Voor mij is dat het vertrekpunt. Dan ga je vanuit het gevoel voorzichtig aankloppen bij de mind en laat je woorden jouw gevoel vertalen. Welke woorden dat ook mogen zijn. Als die woorden kloppen met jouw ervaring, zal je een zucht voelen, een verschuiving in je lichaamsgevoel. Dan komt de verbinding van het gevoel met de geest.
Verkennen vanuit het voelen van je adem is heel oud en heel waardevol. Het eerste wat je liet leven hier op aarde was je eigen ademhaling. De adem is dus een schat waar het leven mee begint en ook mee eindigt. Dat verbind je met het buitengewone. Gek en paradoxaal, het verbindt jou en tegelijk ontbindt het jou. Gewoon buitengewoon, buitengewoon gewoon.
​
Wat is jouw drijfveer?
​Er is niet één veer, er zijn veel veren aan de vleugels. (Denkt diep na). Ademen. Mijn geboorte was moeilijk. Ze hebben moeten kloppen zodat de longen zich zouden openen en die pasgeborene zou ademen. Dan kwam er opeens een intens, indringend, langdurend geschreeuw. Dat verschijnsel heeft zich daarna geregeld herhaald, want als baby hield ik als het ware mijn adem op. Het koude water uit de pomp gaf de nodige schok. In die zin is ademen één van de drijfveren. Die drijfveer is er nog altijd, misschien is het water uit de pomp nu de dagelijkse meditatie.
De fragiele kracht van kwetsbaarheid
​
In mijn ervaring ben je altijd positief en geef je nooit kritiek. Als ik jouw mening vraag over een plan, tekst, idee, methode of programma, dan krijg ik nooit kritiek of verbeteringen te horen. Alleen maar aanmoediging. Waarom doe je dat?
​Dat is een goeie vraag. Het klopt en het berust op visie en ervaring. De visie is: we bouwen voort op wat er is. Dus werken met wat er aanwezig is en dat ondersteunen met de glimlach en goedhartigheid. Mijn ervaring is: het komt uiteindelijk toch vanzelf aan bod. Er is altijd een drijfveer, iets dat voortbeweegt, bewust of onbewust. En dat vind ik de kracht van sjamanisme: het trekt de werelden open en maakt veel perspectieven mogelijk. We zijn allemaal geconditioneerd, maar in die conditionering kan je ook andere stemmen aan bod laten komen. Het is een permanente voice dialogue die ondersteunend en voortstuwend werkt. De kracht van het heelal is die voortdurende beweging van de evolutie, waarvan we niet weten waar het naartoe gaat. Dat is wat boeit.
​
Jouw reactie is dus ter ondersteuning van die evolutie?
​ Ja. Het negatieve zit toch al in jou of in de anderen. En dat negatieve verzucht om aandacht, om erkenning. En dat is ... ontwikkeling.
Tegelijkertijd gaat het om kwetsbaarheid. De kwetsbaarheden zijn de nieuwe ontwikkelingen. Zij maken het mogelijk. Nu is het lente, kijk naar een ontluikend blad, een ontluikende bloesem. Zo kwetsbaar voor de omstandigheden, kwetsbaar in de schoonheid. Of de kwetsbaarheid van een verwelkte bloem. Die verwelkte bloem heeft mogelijkheden om verder te ontwikkelen. Ze is een schoonheid in wat wij lelijk noemen.
​
Geloof jij in de filosofie die zegt: toeval bestaat niet? Alles wat je tegenkomt, is er voor iets. Je kan daarin meegaan, maar dat hoeft niet. Wat je doet of ervaart moet niet altijd zin hebben. Tegelijk heeft het zin om dat te beseffen.
​Ja, dat onzin zin heeft. En dat elke zingeving onzin is. Dat die twee met elkaar zijn. Ook wat wij hier nu aan het doen zijn, samen praten voor een interview in Stammen Magazine. Sommigen zullen vragen: waarvoor dient dat eigenlijk? Waar zijn ze nu mee bezig? Ze zouden veel beter naar het voetbal gaan. Of gaan sporten, bewegen voor hun gezondheid. Of hun land verdedigen.
Stemmen buiten ons, binnen ons. Disharmonische, harmonische, multiharmonische, soms een heksenketel, soms een symfonie. Ze zijn er. En ze zijn er ook als je ze liever niet wil, als je per sé wil slapen en ze je wakker houden. Van elke emotie een portie, misschien wel meer dan al die spullen in de supermarkt of vergeet ik nu iets?
Vroeger was dat bedreigend voor mij. Iets vergeten, iets niet begrijpen en ook niet echt begrepen worden, alleen voortleven in de beelden die ze gevormd hebben. En die goede bedoelingen, die me voortdreven, zien ze die dan niet, vergeten ze die dan, of misschien ben ik ze zelf vergeten? Gelukkig helpt cognitieve dissonantie. Allez, voor even toch.
Komt daarbij dat mijn goede bedoelingen niet dezelfde zijn als die van iemand anders. Dit ervaren en ook binnenin zeggen: ok, je bent er ook. Dat je veilig mag zijn, gelukkig mag zijn, gezond mag zijn naar lichaam en geest, dat je vrede mag vinden in je hart en geest. Dat ook richten naar elke persoon die anders is, of zelfs tegen jou is of die jou veracht. Of die jou wil vernietigen.
Onbevredigd zijn, kan vrede scheppen
​
Jan, waarom leven wij?
​Zalig om die waaromvraag te mogen stellen en daar is geen antwoord op. Er zijn voortdurend waaroms en daaroms. En voor beide zijn er betekenisgevingen die wij kennen en die we tegelijkertijd niet kennen.
Wij zijn behebt en bijna behekst om alles een zin te geven. Er moèt een zin zijn aan het leven, aan jouw persoonlijk, ons persoonlijk, ons collectief leven. Het moet iets betekenen. Die kramp in die vraag is heel interessant. Die waaromvraag is dan ook geen open vraag. Hij moèt ingevuld worden. Ja, waarom?
​
Is er volgens jou een groter plan dat het leven op aarde aanstuurt en waar wij allemaal aan onderhevig zijn?
​Dat is onmogelijk te beantwoorden. Wij mensen willen zo graag een plan. Een plan maakt het leven bestuurbaar en controleerbaar. Als onze plannen niet vervuld worden, zijn we mislukt. Maar zijn we wel mislukt? Of zaten we gevangen in onze plannen?
​
Sommige mystici en filosofen geloven dat we in een illusie leven. Maak jij een onderscheid tussen illusie en realiteit?
​Deze vragen zijn zo oud als de mensheid. Opnieuw hebben we de neiging om te polariseren en om ‘de of of vraag’ te stellen. Is niet elke illusie realiteit en omgekeerd? Laten we blijvend vragen stellen. Onbevredigd zijn, kan vrede scheppen.