Wat is sjamanisme?

 

Al meer dan tienduizend jaar geleden ontdekten onze oervoorouders over de hele wereld hoe ze het menselijk verstand, hun lichaam en hun geestelijke gaven maximaal konden benutten voor genezing en het oplossen van problemen. De opmerkelijke methodes die ze daarvoor ontwikkelden, worden tegenwoordig als “sjamanisme” benoemd, een term die van het Siberische woord “sjamaan” (shaman, uitgesproken als shah-mahn) is afgeleid.

 

Een sjamaan/sjamanka is een soort archaïsche psychotherapeut (therapevein = Grieks voor verzorgen en psyche = ziel, dus een archaïsche verzorger van de ziel) die befaamd is doordat hij/zij trance-reizen onderneemt naar verborgen werelden die anders enkel gekend zijn via mythes, dromen en bijna-dood ervaringen.

 

Elk volk, elke cultuur kent(de) zijn sjamaan onder een eigen specifieke naam: medicijnman, tovenaar, heks, ziener, genezer, druïde of priester. Opvallend is dat de sjamaan overal ter wereld, van Siberië tot Amerika, van Afrika tot Australië, in grote lijnen dezelfde rituelen volgt om in contact te komen met de wereld van de spirits waar hij dan op reis gaat om een antwoord te krijgen op gestelde vragen. En die rituelen worden nu nog altijd op dezelfde manier uitgevoerd.

 

Via een aantal hulpmiddelen, voornamelijk de trommel, treedt de sjamaan/sjamanka in trance om een andere dimensie te betreden waar zij/hij begeleid door haar/zijn gidsen onderzoekt wat de elementen zijn die aanleiding geven tot het ongemak waarmee de hulpzoekende wordt geconfronteerd. In functie daarvan voert zij/hij specifieke rituelen uit om de heling uit te lokken. Het gaat daarbij meestal om het herstellen van de harmonie tussen de energievelden of de spirits waaruit de mens bestaat en die van de wereld waarin hij leeft.